De “financiële muziek” speelt in de kalverstal
16. Februar 2024 — Algemeen, Drinkautomaten — #IgloSystem #Bericht uit de praktijk #Drinkautomaat #ToenamesHet melkveebedrijf van de boerenonderneming Ziltendorfer Niederung ligt in het oosten van Brandenburg. Bedrijfsleider Roman Reincke en opfokmanager Christopher Braatz praten in een interview met Holm & Laue over de ervaringen met de kalveropfok na de verhuizing naar een nieuwe locatie in 2015 en een uitbreiding van het bedrijf van 1250 naar 2800 koeien.
In dit artikel gaat het over
-
Opstartmoeilijkheden in de oude kalverstal
-
De nieuwe iglostal
-
Het opfokprogramma
-
De kalveren een goede start geven
-
Voorbereiding op grote hoeveelheden melk in het K0-gebied
-
Drinkautomaten in de iglo-systeemstal
-
Voeren en droogvoeropname
-
Controleren van het succes aan de hand van de gewichten van dieren
-
Uitdaging 28-dagen transportverordening
-
Invloed op het totaalresultaat van de kudde
Opstartmoeilijkheden in de oude kalverstal
De kalveren waren op de oude locatie in het K0-gebied (K0 = direct na de geboorte tot ca. 2 weken) in individuele iglo's ondergebracht. In het K1-gebied (als opvolger van K0 tot aan het spenen van de melk) werden de kalveren in kleine groepen in een stal gehouden. Daar waren steeds opnieuw problemen met het klimaat bij wisselende weersomstandigheden. Er kon geen microklimaat worden gecreëerd en de hoge ammoniakconcentratie leidde steeds opnieuw tot aandoeningen van de luchtwegen bij de kalveren.
Naast de aandoeningen aan de luchtwegen waren er op de oude locatie ook problemen met cryptosporidia in het K0-gebied. Daarom was het duidelijk dat er op de nieuwe locatie geen gebruik zou worden gemaakt van individuele hokken. In plaats hiervan werden hogere kalverboxen geïnstalleerd. Daardoor kan de reiniging en ontsmetting van de boxen eenvoudig worden uitgevoerd.
De nieuwe iglostal
De eerste IgloVeranda's werden al op de oude locatie in gebruik genomen, omdat de stalcapaciteiten met de beginnende uitbreiding te klein werden. Die hebben erg goed gefunctioneerd. Bij het plannen van een kalverstal voor de nieuwe locatie gingen bedrijfsleider Reincke en zijn team op zoek naar de “perfecte” kalverstal met drinkautomaat. Die zoektocht was echter niet succesvol en dus besloot men om het met de bewezen grote iglo’s te proberen. In eerste instantie nog wat sceptisch of de oplossing met grote iglo's ook op grote schaal geïmplementeerd zou kunnen worden, werd dus een overkapping gebouwd waaronder 16 grote iglo's met 4 H&L-drinkautomaten werden geïnstalleerd. “De iglostal was niet erg duur. We hadden op elk moment een andere oplossing kunnen vinden!” aldus Roman Reincke terugblikkend.
De kalveren werden nu met veel frisse lucht opgefokt in de nieuwe iglostal. Maar de grootte van de opstelling had ook negatieve effecten. Met name bij slecht, winderig weer hadden de kalveren niet voldoende beschutting. Dus heeft het team van de boerenonderneming de stal voortdurend verbeterd. Zo werden de roosterschotten van kunststof platen voorzien tot aan de opening van de iglo. Dat bood de kalveren beschutting in het liggedeelte voor de iglo. Daarnaast werden jaloezieën voor windbescherming ingebouwd, die bij slecht weer extra beschutting bieden. De kunststof platen voorkomen bij het reinigen van de hokken met de hogedrukreiniger, dat sproeinevel in de andere bezette boxen terechtkomt.
“Ik kan niet zeggen dat we helemaal geen longproblemen meer hebben, maar die zijn door ons goed te manager”, zegt de heer Reincke tevreden.
De centrale positie van de kalveropfokgebieden K0 en K1 op het bedrijf heeft het grote voordeel dat er voortdurend personen langs de kalveren komen en nagenoeg in het “voorbijgaan” de kalveren in de gaten kunnen houden.
Het opfokprogramma
In de oude opstelling werden de kalveren nog met 8 weken gespeend. “Dat was destijds een echte hype uit de VS, om de kalveren vroeg aan het krachtvoer te krijgen. Maar nu willen we als doel dagelijkse toenames van meer dan 1000 gram bereiken. Dat lukte ons met die 8 weken niet”, zei Reincke.
Daar kwam nog eens bij dat de net gespeende kalveren om ruimtetechnische redenen direct naar de oude jongveestal werden gebracht. Daar zijn de omstandigheden niet goed en zijn de 8 weken oude kalveren vaak in hun ontwikkeling teruggevallen.
“Daarom hebben wij besloten, om alleen nog de kalveren op te fokken die wij nodig hebben voor het fokken. Zo hebben we meer ruimte en kunnen we de kalveren langer in het K1-gebied houden. We hebben in de afgelopen jaar een gemiddeld reproductiepercentage van ca. 25%. Zo kunnen de kalveren nu tot 12 weken in de iglostal worden gehouden en gevoerd.”
De kalveren een goede start geven
De kalveren krijgen bij de geboorte 4 liter colostrum. Het colostrum wordt getest en alleen gebruikt als de kwaliteit goed is. De gemiddelde Brix-waarden liggen hier op het bedrijf op 25-27%.
Na het voeren van de biestmelk worden de kalveren in warmteboxen gedroogd. Ze blijven net zolang in deze boxen tot ze echt droog zijn. De vrouwelijke kalveren krijgen, afhankelijk van de temperatuur (vanaf de herfst) dekken om.
In het reproductiegebied is het repro-team verantwoordelijk voor de controle van de afkalvingen, maar ook voor de colostrumgift, het wegen van de kalveren en de controle van hen in de warmteboxen. Na ca. 12 uren worden de kalveren vervolgens overgedragen aan de kalvervrouwen in het K0-gebied.
Voorbereiding op grote hoeveelheden melk in het K0-gebied
Op de eerste dag krijgen de kalveren bij hun tweede drinkbeurt 3 liter transitiemelk. Dus 7 liter op de eerste dag! Vanaf de tweede dag 3 keer 4 liter.
In de K0-fase krijgen de kalveren weer transitiemelk met de MelkTaxi, waarvan er drie stuks op het bedrijf zijn. Ook hier krijgen de kalveren 3 keer 4 liter transitiemelk of kunstmelkdrank per dag. De derde maaltijd is met name in de winter erg nuttig. Dat is ook eenvoudig te doen met de huidige personeelsbezetting.
In de laatste dagen vóór het omstallen naar K1 worden ze dan al in de individuele boxen gewend aan de kunstmelk om de stress van het omstallen wat te verminderen.
Drinkautomaten in de iglo-systeemstal
Na 14 dagen worden ze in het K1-gebied vervolgens gewend aan één van de vier H&L 100-automaten en krijgen ze vanaf dat moment ook 12 liter kunstmelkdrank. In het begin krijgen de kalveren een kunstmelk met een gehalte van 60% magere melk (MM). Die kennen ze al uit het K0-gebied.
Aan elke automaat worden 56 kalveren gevoerd in 2 groepen met 4 stations (14 kalveren per HygiëneStation, 2 stations per groep). De kalveren worden geleidelijk aan omgestald. En wanneer het laatste kalf wordt geplaatst, wordt de 60%-kunstmelk nog 2 weken lang gevoerd. Vervolgens wordt overgeschakeld naar een goedkopere kunstmelk met 40% MM.
Een groter voordeel van de H&L 100 is de goede controle over de dieren. Anders dan bij de melkbars in het K0-gebied, waar men niet kan zien hoeveel elk kalf heeft gedronken, wordt hier voor elk kalf gedocumenteerd hoeveel het heeft opgenomen.
Voeren en droogvoeropname
De kalveren krijgen in de individuele boxen al droge TMR. Die wordt natuurlijk in de groep doorgevoerd.
De voercurve wordt momenteel langzaam afgebouwd met 6 weken om over nog eens 6 weken te spenen. Momenteel overweegt het team echter om de 12 liter tot 8 weken te voeren en de kalveren dan sneller te ontwennen.
Het voeren begint met 8 weken. Dan krijgen de kalveren ook al het kuilvoerrantsoen van de vers gemolken koeien. Het voeren met melk wordt na 12 weken gestopt. “Door het langzame spenen is dit echter tegen het einde nog maar een klein slokje en groeien de kalveren bijna uitsluitend van het ruwvoer”, zegt opfokmanager Christopher Braatz.
Wanneer er weinig kalveren in de stal zijn, blijven de kalveren ook weleens 1-2 weken langer in de iglo's. Die zijn dan in de jongveestal ook duidelijk steviger, omdat ze nog een beetje aan het voeren met uitsluitend ruwvoer en krachtvoer kunnen wennen. Dat is echter helaas niet altijd mogelijk en de dubbele belasting van spenen en omstallen merkt men dan ook aan de kalveren.
Controleren van het succes aan de hand van de gewichten van dieren
Direct na de geboorte wordt het geboortegewicht bepaald. Bij het omstellen van het K0-gebied naar het K1-gebied vindt de tweede weging plaats. Na het verlaten van het K1-gebied vindt dan nog een derde weging plaats.
De gewichten overtuigen. In het K0-gebied ligt de dagelijkse toename op meer dan 1.100 g! Later in het K1-gebied is dit op dit moment gemiddeld 1.050 g. In de winter zijn de toenames ca. 100 g minder, maar dat is zeer bevredigend op dit niveau.
Deze hoge toenames schrijft de heer Braatz o.a. toe aan het goed voeren met biestmelk en de hoogwaardige 60%-MM-kunstmelk. Ook later, in het jongveegebied, worden de dieren om de 2 maanden gewogen totdat ze geïnsemineerd worden.
Uitdaging 28-dagen transportverordening
Vanwege de verplichting om alle dieren die de boerderij verlaten 28 dagen te houden, moet er altijd rekening worden gehouden met het K0-gebied. Hier heeft de boerenonderneming als tussenoplossing nog eens 4 IgloVeranda's aangeschaft die ook goed functioneren voor de stierkalveren.
Invloed op het totaalresultaat van de kudde
De melkgift en de leeftijd van het eerste afkalven waren vroeger al goed bij de boerenonderneming Ziltendorfer Niederung. “Of onze kalveropfok daarvoor verantwoordelijk is, kan ik niet zeggen. Dat kan een positief onderbuikgevoel zijn dat dit kan bevestigen. Maar we konden bij ons de koeien die in de eerste lactatie om gezondheidsredenen het bedrijf noodgedwongen moesten verlaten al sterk terugschroeven. Dat heeft zeker iets te maken met de betere kalveropfok. En een langlevende kudde met weinig remontage bespaart op fokkosten en verhoogt de prestaties gedurende de levensduur. We zitten momenteel op een retropercentage van ongeveer 18,1% (jan.-okt. 2023) en prestaties gedurende de levensduur van 44.000 liter. Daar zit veel financiële “muziek” in en dat laten veel bedrijven nog liggen”, trekt een tevreden bedrijfsleider Roman Reincke zijn conclusie!