De juiste mix doet het hem - Krachtvoer deel 2
6. Juni 2022 — Algemeen, Kalveren voederen — #Spenen #Stroomvoorziening #Kalvermuesli #Krachtvoer #Ontwikkeling van de pens #Droge TMR #Groei #ToenamesEisen aan goed krachtvoer voor kalveren
Krachtvoer moet minstens 11 MJ Me/kg en ca. 18% ruw eiwit bevatten. Het gehalte aan ruwe vezels en as mag elk niet meer dan 10% bedragen. Er moet worden gezorgd voor voldoende mineralen en vitamines.
In dit artikel gaat het over:
De 3 basisvoorwaarden voor goed voer
Maar krachtvoer voor kalveren moet niet alleen alle noodzakelijke ingrediënten bevatten, maar ook nog aan drie andere belangrijke eisen voldoen:
- Het moet licht verteerbaar en tegelijkertijd gezond zijn.
- Het moet erg smakelijk zijn om een hoge, vroege opname te stimuleren.
- Het moet hygiënisch onberispelijk zijn want het immuunsysteem van de kalveren bevindt zich nog in de ontwikkelingsfase.
Licht verteerbaar en verteerbaar
Het startvoer voor kalveren moet door speciale verwerkingsmethoden zodanig worden afgebroken dat de voedingsstoffen die het bevat, licht verteerbaar zijn. Dat vindt afhankelijk van de grondstof plaats door hitte en/of druk. Daarover later meer.
De uitdaging is echter dat de verteerbaarheid van de componenten er niet toe moet leiden dat de pens oververzuurd raakt. Het is beter om componenten te gebruiken die in de pens langzaam worden afgebroken en daardoor zacht te verteren zijn.
Dat is bijzonder belangrijk wanneer men al zeer vroeg streeft naar hoge krachtvoeropnames. Dit kan bijv. het geval zijn wanneer men de kalveren beperkt laat drinken (d.w.z. onder de 8 l/dag) en vroeg van de melk wil spenen (10 weken en eerder).
Smakelijk en aantrekkelijk voor de kalveren
Het is de taak van het krachtvoer om de kalveren zo vroeg mogelijk van voldoende energie en eiwit voor een zeer goede groei te voorzien. Daarvoor moet het voer erg smakelijk zijn en een vroegtijdige opname aanmoedigen. Uiteindelijk beslissen de kalveren zelf wanneer ze met de opname van vast voer beginnen.
Hygiënisch onberispelijk
Wat voor het kalf licht verteerbaar is, is ook voor schadelijke knaagdieren, ziektekiemen en schimmels een ideale voedingsbodem. Door hittebehandeling, bijv. door het pelleteren, worden reeds aanwezige ziektekiemen gedood, maar ook in de opslag of in de voertrog zitten veel risico’s.
Zo dient absoluut te worden voorkomen dat het voer vochtig wordt. Dat geldt zowel voor de opslag als ook voor het voeren in trog of bak. Naast regen en een hoge luchtvochtigheid zorgen met name de kalveren zelf ervoor dat het voer in de bak vochtig wordt doordat ze steeds weer met de bek in het voer duiken en er vervolgens meer mee gaan spelen als dat ze het vreten. Dus geldt dat er niet te veel voer in één keer in de bak of trog moet worden gedaan. De trog moet dagelijks leeg zijn en voerresten moeten worden verwijderd.
Uit welke componenten moet krachtvoer zijn samengesteld?
In het algemeen wordt een onderscheid gemaakt tussen energierijk en eiwitrijk voer en minerale/vitaminecomponenten.
Energiehoudende componenten
Het zetmeel in haver is voor kalveren zeer goed op te nemen. De structuur van het zetmeel in het endosperm maakt het zeer gemakkelijk voor de enzymen om erbij te komen. Daarnaast wordt het zetmeel in de pens langzaam afgebroken en de slijmstoffen die de haver ontwikkelt in het spijsverteringskanaal beschermen de darmwand.
Omdat het zetmeel ook bij de maïs langzaam wordt afgebroken, is deze ook erg zacht voor de pens. Bovendien vreten kalveren erg graag maïs. Hij wordt vooral gebruikt in kalvermuesli met hele kernen, omdat het langer duurt om de afzonderlijke kernen af te breken. Pas vanaf een leeftijd van 10-12 weken worden deze kernen via de ontlasting uitgescheiden. Daarom moeten vanaf deze leeftijd voor kalveren gemalen of geplette granen worden gebruikt.
Ook de graansoorten tarwe en gerst kunnen goed in kalvervoer worden gebruikt. Ze hebben een hoger energiegehalte, maar het zetmeel wordt sneller afgebroken en daarom mogen ze slechts in beperkte mate worden gebruikt.
Melasse is vanwege de zoetheid die het bevat zeer aantrekkelijk voor kalveren. Bovendien bindt melasse het stof in het mengsel en houdt de afzonderlijke componenten goed bij elkaar (“lijm”), waardoor melasse bij eigen mengsels en in de muesi erg populair is. Een te hoge mengverhouding houdt echter ook het risico van diarree in, en daarom moet maximaal 5% melasse in het krachtvoer worden gemengd.
Ook gedroogde pulp brengt suiker in het voer. Het wordt graag door de kalveren gevreten en is zacht voor de pens.
Raapzaad- en sojaolie brengen via het vet energie in het mengsel. Daarnaast binden ze stof. Ook vanwege hygiënische redenen moet de hoeveelheid echter tot maximaal 1% beperkt blijven.
Proteïnehoudende componenten
Soja, raapzaad en erwten, alsmede de verwerkte producten ervan, worden gekenmerkt door een hoogwaardige aminozuursamenstelling die door kalveren goed kan worden opgenomen.
Dat geldt ook voor lijnkoek, die bovendien nog slijmstoffen produceert die de wand van het maag-darmkanaal beschermen. Daarnaast is hij erg smakelijk voor de kalveren en wordt graag opgenomen.
Vitamines en mineralen
De vitamines A en D zijn belangrijk voor de groei en de immuunafweer van de kalveren.
Dat geldt ook voor vitamine E, die bovendien oxidatie- maar ook verouderingsprocessen in de cellen voorkomt.
Vitamine C is zoals bekend zeer gezond.
En vitamine B bevordert bij jonge kalveren met name de ontwikkeling van de pens.
Natuurlijk is de toevoer van mineralen net zo belangrijk. Maar de op de markt aangeboden producten zijn in de regel zelfs overgedoseerd, zodat eigenlijk altijd van een voldoende verzorging met vitamines en mineralen van de kalveren kan worden uitgegaan zodra commerciële producten in de aanbevolen dosering worden gebruikt.
Technische behandeling van het voer
Om de bovengenoemde componenten voor het voeren van kalveren en jongvee te optimaliseren kan men ze in het verwerkingsproces behandelen.
Het zetmeel in de granen wordt bijv. door hydrothermische procedures (verwarming met stoom) zo afgebroken dat het beter verteerbaar is. Dit wordt ook bij soja en andere eiwitten in de praktijk gebracht. Hier wordt een betere verteerbaarheid van het eiwit bereikt omdat bepaalde stoffen, die de vertering van eiwitten afremmen, worden afgebroken.
Conventionele processen zoals schillen, malen, pletten of vlokken zorgen ook al voor een betere verteerbaarheid van de ingrediënten. Bovendien leiden deze procedures ervoor dat pensverzuring wordt voorkomen.
Het pelleteren onder hitte en druk zorgt daarnaast nog voor een vermindering van ziektekiemen en voorkomt op natuurlijke wijze dat de afzonderlijke componenten van elkaar gescheiden worden.